uitgelicht

Dieren in de industrie
— welzijns en gezondheids problemen

Dieren in de vee-industrie

Vleesrunderen

Vleesrunderen zijn speciaal bedoeld om grote biefstukken te produceren. Sommige rassen zijn zo doorgefokt op dikke billen voor de biefstuk, dat bij 85 tot 90 procent van deze dieren een keizersnede noodzakelijk is. Voor een natuurlijke bevalling is het bekken van de moederkoe te smal en het kalf te groot. Een moederkoe ondergaat soms wel vier keizersnedes gedurende haar leven, met alle gevolgen van dien.

Dieren in de vee-industrie

Varkens

Bij een biggetje wordt het staartje verwijderd, en soms ook zijn tandpuntjes en balletjes. Na vier weken wordt hij al bij zijn moeder weggehaald. Varkens leven zes maanden lang in een hok zonder stro of ander wroetmateriaal. Elk dier heeft maximaal één vierkante meter ruimte. Als de varkens gemiddeld 117 kilo wegen, gaan ze naar het slachthuis. Soms moeten ze daarvoor ruim 20 uur in een volgepropte veewagen.

Dieren in de vee-industrie

Vleeskuikens

Het meest gehouden productiedier in de Nederlandse vee-industrie is het vleeskuiken. Van alle dieren die voor hun vlees worden gehouden, scoort het vleeskuiken het slechtst op dierenwelzijn. Deze zogenaamde ‘plofkip’ is ontstaan door jarenlang doorfokken op steeds goedkoper vlees. In 6 weken tijd wordt een kuikentje van 50 gram afgemest tot vleeshomp van ruim 2,3 kilo. Ze staat haar hele leven in de eigen poep.

Dieren in de vee-industrie

Vissen

In Nederland kweken we veel vissoorten; in betonnen bakken, met soms meer vis dan water. Voor vissen bestaan geen welzijnsregels. Sterker nog: ze zijn expliciet uitgesloten van de algemene dierenwelzijnsregelgeving. Slachten gebeurt te vaak onverdoofd: de organen worden uit de nog levende vis gesneden. Vissen sterven hier niet direct aan: zij worden meestal ingevroren terwijl zij bij bewustzijn zijn. Of de vis sterft een trage verstikkingsdood.

Dieren in de vee-industrie

Ganzen

In Nederland worden geen ganzen gehouden in de vee-industrie. Maar we eten wel foie gras d’oie: vervette ganzenlever. Deze wordt geïmporteerd, omdat de productie ervan in Nederland verboden is. Voor vette lever wordt de gans in de laatste twee tot drie weken voor de slacht onder dwang gevoerd, wat angst, pijn en ernstige ademhalingsproblemen veroorzaakt.

Dieren in de vee-industrie

Legkippen

De meeste legkippen komen nooit buiten maar leven op maximaal anderhalf A4’tje in een kooi, of met z’n negenen op een vierkante meter in een scharrelstal. Het natuurlijke pikgedrag loopt uit de hand met zoveel dieren op elkaar. Dit wordt ‘opgelost’ door snavels te kappen, en niet door ze meer ruimte te geven. Haantjes leggen geen eieren; zij worden vergast of versnipperd.

Dieren in de vee-industrie

Kalfjes

Kalfjes zijn het restproduct van de ‘bloeiende’ melkindustrie in Nederland. Ze worden na de geboorte bij de moeder weggehaald en de eerste weken alleen in een hok gezet, gevoed met (kunst-) melk uit een emmer. Daarna delen ze een kaal hok met wat andere kalfjes. Kalfjes die bestemd zijn voor de export krijgen vaak ijzerarm voer, zodat het vlees blank kleurt. Een kalfje wordt na zes à negen maanden geslacht.

Dieren in de vee-industrie

Dierziekten

Bij de uitbraak van een dierziekte worden dieren op grote schaal geruimd. Zo zijn er de afgelopen 15 jaar meer dan 40 miljoen zieke én gezonde dieren gedood in Nederland. Denk aan de vogelgriep, varkenspest, MKZ, BSE en Q-koorts. Nederland heeft de grootste veedichtheid ter wereld. Bovendien importeren en exporteren we grote hoeveelheden vee. Het is dan ook niet de vraag óf, maar wannéér een nieuwe grootschalige uitbraak van ziekte plaatsvindt.

Site by Alsjeblaft!